De regio Stedendriehoek staat voor grote uitdagingen. In 2030 moeten in stedelijk gebied 24.000 nieuwe woningen worden gebouwd en 20.000 bestaande woningen worden verduurzaamd, deels of volledig met circulaire of biobased materialen. Tegelijkertijd wil de regio in het landelijk gebied een economisch en sociaal-maatschappelijk perspectief ontwikkelen, waarbij transities op het gebied van natuur, klimaat en bodemverbetering worden meegenomen.
Biobased Lab Stedendriehoek is één van de drie pilots waarin wordt onderzocht of de opzet vanuit de handreikingen van MooiNL ook in de praktijk werkt. MooiNL is een landelijk innovatieprogramma dat invulling geeft aan de grote transitieopgaven én het borgen van ruimtelijke kwaliteit. Het Biobased Lab in de Stedendriehoek richt zich op het versterken van het verdienvermogen van duurzame landbouw en economische functies in het buitengebied, terwijl tegelijkertijd de landschappelijke identiteit, natuurherstel, biodiversiteit en het systeemherstel van water en bodem worden verbeterd.
De productie van biobased grondstoffen en bouwmaterialen voor regionaal gebruik kan een belangrijke rol spelen bij deze opgaven. Biobased bouwen draagt niet alleen bij aan de verduurzaming van de landbouw en de gebouwde omgeving, maar heeft ook een positieve impact op circulaire doelen, natuurontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.
Judith Snepvangers van Stichting IJssellandschap ziet hierin grote kansen:
“IJssellandschap zet zich in voor een natuurrijk agrarisch cultuurlandschap. De verbinding tussen stad en land vinden wij daarbij belangrijk. Het benutten van lokaal geproduceerde producten is een van de meest directe manieren om die verbinding vorm te geven. Van oudsher zijn dat voedsel en hout, maar de behoefte aan regionaal geteelde grondstoffen groeit, bijvoorbeeld isolatiematerialen voor de bouw. Deze ontwikkeling biedt kansen; voor de portemonnee van de boer, voor het wooncomfort van mensen én voor de landschapskwaliteit. Mits het zorgvuldig gebeurt. Daarom doen wij graag mee in het Lab Biobased bouwmaterialen.”
Aantrekkelijk alternatief
Daarnaast lopen sommige boeren in de Stedendriehoek tegen stikstofgrenzen aan. Voor hen kan de overstap naar de verbouw van biobased gewassen een aantrekkelijk alternatief zijn, zeker in combinatie met nieuwe afzetmarkten en een bijdrage aan brede maatschappelijke doelen.
Sjoerd Elgersma van Hofmeijer bevestigt dat de praktijkervaring waardevol is:
“Vanuit Hofmeijer zijn we een aantal jaar geleden gestart met de teelt van vezelgewassen. De uitdagende omstandigheden van Nederland maken dat we genoodzaakt zijn ons verder te verdiepen in de teelt van de verschillende gewassen onder de Nederlandse omstandigheden. Het lab brengt ons waardevolle informatie waardoor we ons verder kunnen specialiseren in de teelt.”
Toekomstbestendige landbouwsystemen
Het Biobased Lab is verbonden met andere initiatieven in de regio, zoals Klimaatboerderij 2050-2100, waar geëxperimenteerd wordt met toekomstbestendige landbouwsystemen.
Sander Bosman, initiatiefnemer van Klimaatboerderij 2050-2100, licht toe:
“Klimaatboerderij 2050-2100 gaat een gezond en robuust water- en bodemsysteem realiseren dat past bij de klimaatverandering (+2,5 graad) in de periode 2050-2100. Met het aanleggen van 3 tot 5 demonstratievelden met partners uit overheid, onderwijs en ondernemers, wordt geëxperimenteerd, geleerd en kennis gedeeld over het ontwikkelen van nieuwe vormen van landbouw, met bijbehorende bedrijfs- en verdienmodellen. Binnen het Lab werken we samen aan een slim klimaatadaptief systeem dat water vasthoudt en/of zuivert, biodiversiteit versterkt en productie levert.”
Het Biobased Lab Stedendriehoek is daarmee een belangrijke proeftuin voor duurzame vernieuwing in de regio — met oog voor economie, ecologie én ruimtelijke kwaliteit.