Skip to main content

Op donderdag 30 november waren twintig professionals uit de ketensamenwerking Boeren voor Biobased Bouwen op uitnodiging van Roy Gosenshuis te gast bij het hoofdkantoor van de Triodos Bank voor een inspirerende middag over toekomstbestendig bouwen. De bijeenkomst startte met een bezoek aan het iconische, volledig biobased gebouw van de hand van Thomas Rau Architecten, dat geldt als een internationaal voorbeeld van circulair bouwen. Tijdens de rondleiding werd toegelicht op welke wijze de gebruikte materialen herbruikbaar zijn en hoe het ontwerp volledig is afgestemd op een minimale ecologische voetafdruk.

Na de rondleiding gaf Steven Rietberg een toelichting op de wijze waarop Triodos Bank zich richt op duurzame bedrijfsinvesteringen die traditionele banken vaak mijden. Urban Woods is een goed voorbeeld dat bij hun missie past om projecten te financieren met een positieve impact op mens, milieu en maatschappij. Met de focus op transparantie, lange termijn waarde en ecologische verantwoordelijkheid, kunnen zo innovatieve, groene initiatieven wél doorgang vinden, die anders vast zouden lopen.

MRA Houtbouwpact

Daarna nam Bob van der Zande, Programmaleider Houtbouw van de Metropoolregio Amsterdam, het stokje over en gaf een boeiende inleiding op de centrale vraag van het rondetafelgesprek: Wat is er nodig om biobased bouwen tot de standaard te maken? Hij presenteerde de evaluatie van het Houtbouwconvenant 2021-2025 en het nieuwe Houtbouwpact 2026-2030.

Bob schetste hoe het Houtbouwconvenant in 2021 werd gelanceerd om houtbouw structureel te verankeren in de woningbouwopgave. Belangrijkste les: ambitie alleen is niet genoeg. Heldere uitvraagcriteria, meetbare doelen en bestuurlijke commitment zijn cruciaal om projecten van de grond te krijgen. Ook bleek dat de publiek-private samenwerking tussen gemeenten, corporaties en marktpartijen intensiever moet worden georganiseerd om schaal te realiseren. Bob gaf ook aan dat de ambitie om 20% houtbouw te realiseren, nog niet is behaald. Het nieuwe pact legt meer nadruk op praktische instrumenten en kennisdeling. De ambitie om in 2030 wel de 20% houtbouw te realiseren is daarin opgenomen. De regio Stedendriehoek kan profiteren door aan te sluiten bij deze bewezen aanpak: vanuit een bestuurlijke wil is er een circulaire weg.

Waarom binnenstedelijk bouwen cruciaal is

De inzichten die Bob bevlogen vertelde vormden de basis voor een levendige discussie met de ketenpartners over hoe de Stedendriehoek deze ambities kan vertalen naar concrete acties. De kern van het gesprek: bouw binnen de stad, niet erbuiten. Het idee dat bouwen in het buitengebied sneller en goedkoper is, klopt niet altijd, de maatschappelijke kosten zijn hoog. Binnenstedelijke ontwikkeling is duurzamer en op termijn even efficiënt. Toch zijn er obstakels: bewonersweerstand, complexe regelgeving en parkeernormen. Vooruitgang vraagt om samenwerking en een flexibeler beleidskader. Inspiratie komt uit projecten in eigen land en diverse Europese steden. De conclusie: de wil is er, maar het thema komt nog niet los. Meer ruimte in beleid en samenwerking is nodig.

Biobased bouwen als gamechanger

Verdichting werd gekoppeld aan een bredere duurzaamheidsagenda. Vooruitgang vraagt om integrale samenwerking en bestuurlijke wil. Houtbouw en biobased materialen bieden kansen: lichter, sneller en met minder milieubelasting.  Gemeenten kunnen hiervan profiteren, mits er ruimte is voor experiment. In Deventer onderzocht Studio Groen+Schild ontwikkelrichtingen waarin verdichting wordt gecombineerd met beperkt bouwen in het buitengebied. Met als titel Erop of Eronder, een pleidooi voor slim ruimtegebruik is het onderzoek gepubliceerd. Er blijkt bijvoorbeeld dat er door erop, erin, ertussen, ernaast en eronder tot wel ruim 4.800 woningen in de bebouwde kom van Deventer erbij kunnen worden gerealiseerd.

Van ambitie naar actie

Naast visie is er behoefte aan praktische tools zoals quickscans en leegstandskaarten. Deventer werkt hieraan, maar verdere uitwerking ontbreekt nog. Netwerken zoals Platform Wonen stimuleren kennisdeling en agenderen circulariteit. Ook het waterschap onderschrijft de voorkeur voor binnenstedelijke verdichting vanwege water- en klimaatbestendigheid.

Kleinschalige startprojecten

Voorbeelden uit o.a. Deventer, zoals  Silo, tonen dat biobased en houtbouw kansrijk zijn. Wel is er behoefte aan duidelijkheid over uitvraagcriteria, meetbare indicatoren zoals CO₂-reductie en praktische ondersteuning bij aanbestedingen. Kleinschalige startprojecten met koplopers kunnen helpen om ervaring op te bouwen en succesvoorbeelden zichtbaar te maken. Zo kan de beweging naar toekomstbestendige, circulaire bouw verder worden opgeschaald.

Circulaire ambities

Tot slot kwam de ambitie om in 2030 vijftig procent circulair te bouwen ter sprake. Die ambitie is nog onvoldoende concreet, omdat er geen eenduidige meetmethoden bestaan. Gemeenten en marktpartijen zoeken samen naar definities en praktische meetbaarheid. Het Nieuwe Normaal va Cirkelstad streeft naar een eenduidige definitie en legt al wel streefwaarden per indicator vast. Er wordt gepleit voor een flexibele aanpak met bandbreedtes in plaats van harde eisen, zodat projecten haalbaar blijven. Binnen het Platform Wonen Deventer is een werkgroep opgestart die onderzoekt hoe circulaire ambities beter kunnen worden uitgevraagd. De lessen vanuit deze werkgroep kunnen ook weer breed binnen de keten in de Stedendriehoek, maar ook landelijk worden gedeeld.

De bijeenkomst werd door iedereen als waardevol ervaren en de inspiratie en nieuwe inzichten worden meegenomen in toekomstige projecten en samenwerkingen binnen de keten van Boeren voor Biobased Bouwen.

Leave a Reply